Ecuador; Quito-Baños-Quilotoa-Cotopaxi

januari 2018

Ecuador: Vulkanen en gebergtes

 

De dag voor vertrek komen die kriebels weer. ’s Nachts word ik wakker, waarom ga ik eigenlijk? Zo spannend, je weet niet wat je kunt verwachten en je kunt het ook niet delen als je alleen op reis gaat, nog niet. Gelukkig heb ik dit keer de herinnering aan mijn vorige reis en weet ik zeker dat het wel de moeite waard is en dat het allemaal goed komt als ik er ben. Dit keer ga ik voor 2 maanden op reis naar Ecuador. Als ik aankom op de luchthaven van Lima staat de eigenaar van het hostel me al op te wachten, dat geeft een erg vertrouwd gevoel. Als ik buiten de luchthaven ben word ik overweldigd door een golf van herkenningen; o ja die warme lucht, die geur van vlees op de bbq en de vele taxi’s die je op staan te wachten. We stappen in een taxi, mijn deur heeft geen klink, de deur van de bijrijder gaat tijdens het rijden open en het taxibusje probeert zich telkens in de kleinste gaatjes tussen andere auto’s te manouvreren. Ja ik ben weer terug in Peru.

Met de Franse Adelaye bezoek ik een deel van Lima wat ik nog niet eerder bezocht had, de wijk Callao. Deze wijk vlakbij een haventje is onlangs opgeknapt en je vind er veel leuke eettentjes en een kunstgalerij met moderne kunst. De volgende dag reis ik per vliegtuig door naar Quito, Ecuador. Vorige jaar heb ik op de Galapagos de gebroeders Guerra ontmoet en de komende dagen kan ik bij hen verblijven. Het is weer net zo gezellig als vorig jaar. Quito is een enorme uitgestrekte stad in een vallei omringd door groene bergen. Ik bezoek de evenaar, La Mitad del Mundo, en we nemen ook de kabelbaan naar boven naar een hoogte van 4600m, ’s avonds bezoeken we het oude stadscentrum en drinken Canelazo, een warm drankje met kaneel, naranjilla en een likeur, het doet me denken aan glühwein. We bezoeken ook de kleurrijke markt van Otovalo als we onderweg zijn naar Cotacachi. Twee van de broers wonen bij hun ouders in Cotacahi, een schattig dorpje met gekleurde huisjes een mooi kerkje wat bekend staat om zijn leerhandel. Het doet me erg denken aan het dorpje Salento in de koffiestreek van Colombia. In het weekend reizen we naar dit dorpje en maken we een 4 uur durende wandeling rondom het prachtige kratermeer Cuicocha. Het regent het eerste uur maar gelukkig klaart het op en kunnen we de wandeling maken. Na de wandeling gaan we naar huis en heeft hun moeder een heerlijke Ceviche met garnalen klaargemaakt. Na een paar gezellige dagen neem ik afscheid en dan begint het écht, vanaf nu ga ik dan alleen op pad.

 

 

Maar alleen ben ik niet voor lang, blijkt later. De busritten in Ecuador zijn redelijk kort, tot nu toe ben ik niet langer dan een 2-4 uur onderweg. Het enige nadeel van de busritten hier is dat de bus om de haverklap stopt, al is het niet om mensen in of uit te laten stappen, dan is het wel om marktlui op te laten stappen die hun chipjes, chocho (een soort gekookte bonen/mais), kippenvleugeltjes of simpelweg hun verhaal willen verkopen. Kip, overigens, óók hier het meest veelzijdige stukje vlees. Zeven uur later, waarvan drie uur om uit Quito weg te komen, kom ik afgepeigerd aan in hostal Cordillera de los Andes in Baños. De vrolijk gekleurde voorgevel trekt mijn aandacht en dat is terecht, een superleuk familiehostel waar een privékamer maar 7 dollar kost, met een dakterras, een keuken én gezellige mensen. Onder deze gezellige mensen de Duitse Jakob met wie ik de dagen daarna de omgeving ontdek. Baños heeft iets, het is supertoeristisch maar op één of andere manier voelt het niet zo. Ok ik moet toegeven toen ik vandaag op mijn gemak door het dorpje liep viel me wel op dat er bijna geen normale winkel te vinden is tussen de souvenirwinkeltjes, reisagentschappen en spa’s. Spa’s? Ja als je hier over straat loopt wordt je regelmatig aangesproken met ‘massage, massage?’. Het bergdorpje staat namelijk ook bekend om zijn spa’s en verschillende thermale baden die worden gevuld met het mineraalrijke en zwavelhoudende water afkomstige uit de naastgelegen vulkaan Tunguruahua. Voor 2 of 3 dollar kun je een warm bad nemen in deze badhuizen. Baños, aventura, descanco y diversión, staat ook bekend als een stad voor de actieve buitensport, je kunt er raften, ziplinen, mountainbiken en hiken of simpelweg met een open discobus met harde muziek de route van de watervallen bezoeken. Wij besloten om deze route met de mountainbike af te leggen en bij de eerste zipline besloten we meteen gek te doen en in superman houding gingen we via een lijn van 1 kilometer over een rivier vanaf de weg beneden het dal in. Weer terug op de fiets kwamen we langs nog meer watervallen, elk met zijn eigen zipline of kabelbaan… De laatste waterval op de route is de grootste en gelukkig zonder attractie, een prachtige waterval waar je zelfs achter kunt gaan staan als je helemaal naar boven klimt.

 

 

Via de website Workaway heb ik twee taalscholen gevonden waar ik eventueel zou kunnen werken in ruil voor kost en inwoning. Het klikt erg goed met één van de twee maar daar kan ik pas begin februari beginnen. Daarom besluit ik nog wat langer door te reizen met Jakob aan wie ik inmiddels Spaanse les geef 😊. We reizen samen richting Latacunga om een 4-daagse hike naar het kratermeer van Quilotoa te doen. Het is een 4-daagse wandeltocht door het Andesgebergte langs piepkleine boerendorpjes, riviertjes en watervalletjes. De landschappen zijn prachtig groen en in de avond verblijven we in schattige hostels waar het diner en het ontbijt inbegrepen is. Ik krijg er een beetje het ‘camino gevoel’ bij omdat het avondeten vaak gezamenlijk is en onderweg kom je telkens dezelfde wandelaars tegen. De route is erg rustig en af en toe verdwalen we maar uiteindelijk komen we dan de derde dag aan bij het kratermeer van Quilotoa. In 3 dagen tijd zijn we gestegen van 2800 naar 3900 meter en hebben we 34 kilometer afgelegd. Vooral de laatste dag is zwaar omdat we daar de grootste klim maken van 3200m naar 3900m, daar begin ik ook de hoogte te merken. Jacob is helemaal enthousiast en heeft heel veel zin om de volgende dag de wandeling rond het kratermeer te maken, een wandeling van 4 tot 5 uur op 3900m hoogte. Ik heb hoofdpijn en kan alleen maar denken ‘no way dat ik die wandeling morgen ga maken’. Maar de volgende dag voel ik me weer goed en maken we de wandeling, het gaat nu stukken beter dan gisteren en ik kan ook veel meer genieten van de prachtige vergezichten, waarschijnlijk omdat ik inmiddels gewend ben aan de hoogte. Direct na de wandeling reizen we terug naar Latacunga en ik besluit nog een paar dagen verder te reizen met Jakob, we gaan naar Nationaal Park Cotopaxi. Cotopaxi is een vulkaan van 5900m hoog en het omliggende nationaal park is prachtig groen. Van andere reizigers hebben we gehoord over een geweldig hostel; Secret Garden. We besluiten het pakket te boeken met 2 overnachtingen, eten en 2 wandelingen inbegrepen. Het is inderdaad een prachtig hostel gelegen op 3500m hoogte. Vanuit het hostel kun je precies de vulkaan zien liggen, als er geen wolken over hangen, en het is echt een plek om tot rust te komen. We maken die middag een wandeling naar de watervallen en ’s avonds worden er pizza’s uit de steenoven geserveerd. Die avond heb ik enorme spierpijn in mijn benen en ben ik heel blij als ik mijn bed gevonden heb. Die tevredenheid duurt niet lang want na een paar uur word ik wakker met buikpijn en hoofdpijn. Ik voel me echt niet lekker en de volgende dag wordt het alleen maar erger, hoogstwaarschijnlijk heb ik last van hoogteziekte en ook iets verkeerd gegeten of gedronken. Wat het ook is, ik besluit niet langer op deze prachtlocatie te blijven en terug te gaan naar mijn oude vertrouwde hostel in Baños om uit te zieken. De middag voordat ik vertrek vanuit Cotopaxi verdwijnen de wolken rondom de vulkaan en kan ik nog even in het zonnetje genieten van het prachtige uitzicht. Hier neem ik afscheid van Jacob die richting Colombia reist, en stap ik met mijn limoen-oregano thee op de bus, ik ben weer alleen. Een nieuw avontuur begint!

Lima, Quito, Cotacachi & Baños

scroll down for the 2nd album

Quilotoa - Cotopaxi